Geschiedenis van onze school

Eind 19 de eeuw stond in de Moerstraat een kantklosschool. Ze was gebouwd op een stuk grond van een zekere juffrouw d ‘Herbe, bloedverwante van pastoor Frans–Ignaas van de Foreeste, die later eigenaar van de grond werd.

Gedurende de schoolwet van 1879 werd deze kantschool gebruikt als katholieke school. Er waren 2 klassen en de lesgevers waren meester Gustaaf Van Hulse en meester Charles Dupré.

In 1888 kwam pastoor De Laroyère als nieuwe herder op de parochie aan. Zijn eerste en zwaarste opdracht was het bouwen van een klooster en schoolgebouw. De parochianen en juffrouw Marie Wille boden een grote financiële bijdrage en in 1892 kon de nieuwe school geopend worden.

De zusters van het Hart van Maria uit Nederbrakel werden door pastoor Laroyère aangezocht om in Bentille onderwijs te komen geven. Moeder Angela, moeder Ignatia, zuster Gertrude gaven les aan het lager en zuster Zenaïde zorgde voor de bewaarschool ( kleuters). Deze 4 zusters bewoonden het nieuwe kloostergebouw.

In de lagere school zaten eind 19 de eeuw een 80 tal leerlingen.

In 1914 dacht men er aan de scholen en het klooster te vernieuwen en te vergroten want door de uitbreiding van de vlasnijverheid was de bevolking sterk aangegroeid….187 schoolkinderen .


In 1915 gaf de nieuwe pastoor Andries zijn toestemming om de jongens te laten overgaan naar de gemeenteschool.De kerkfabriek schonk een stukje grond van 40 m² van de pastorijhof om de nieuwe school op te richten. Er werd een schoolcomité opgericht die de verantwoordelijkheid op zich nam om een school bestaande uit vier ruime klaslokalen en een verdiep met een gildenzaal te bouwen.

De bouwonderneming E Heene uit Eeklo kreeg de werken toegewezen voor een totaal bedrag van 282.019.80 frank. Het grote bedrag werd bij elkaar gekregen door de financiële steun van : de bisschop van Gent, pastoor Andries, de kloosterorde van Nederbrakel en de gemeente St Jan-in-Eremo.

In september 1931 werden de nieuwe klaslokalen in gebruik genomen. Pastoor Andries liet in een nis in de voorgevel een Heilig Hartbeeld plaatsen ter bescherming van de school. Het oude klooster stak nu sterk af tegen de nieuwe school. De muren vertoonden veel barsten door het daveren van de voorbijrijdende tram en de vloeren verzakten doordat het gebouw op een gedempte wal van drie meter breedte stond.

In november 1936 konden de zusters hun nieuwe klooster, met kapel weer bewonen.



Tekst juf Annie Goethals